MENU

Warmrijden

Met de dalende temperaturen is het ’s ochtends weer krabben geblazen of zet u de auto 15 minuten van te voren aan zodat u niet hoeft te krabben..?

Met een water- en olietemperatuur van rond de 0 graden Celsius is het raadzaam uw auto de eerste kilometers met wat meer respect te behandelen.

Het warmrijden van de auto… moet dat nou nog of is dit iets van vroeger? 

Autobedrijf Lijzenga adviseert u de eerste kilometers (rond de 10 in de zomer en 15 à 20 in de winter) wat rustiger aan te doen. Met name een dieselmotor voelt zich in het hogere toerengebied en onder vollast niet prettig met koude vloeistoffen en een koud motorblok. Rond de 2.500 toeren met een dieselmotor en rond de 3.000 toeren met een benzinemotor is een acceptabele grens om aan te houden met een koude motor. De auto 10 minuten voor wegrijden aan te zetten is geen warmrijden, op deze manier belast u het milieu onnodig en worden niet alle delen goed warm.

Waarom zo’n lange tijd warmrijden? Zodra er warme lucht uit de ventilatieroosters komt is de motor warm, toch?
De temperatuurmeter in de auto geeft  al vrij snel aan dat de motor warm is. Deze meter geeft vaak echter alleen koelwatertemperatuur aan. De motorolie heeft langer de tijd nodig op temperatuur te komen. Vermijd daarom korte ritjes: de motor slijt een stuk meer wanneer deze koud is en niet op temperatuur komt, daarnaast is de uitstoot van schadelijke stoffen een stuk hoger als de auto nog niet op bedrijfstemperatuur is.

Toen alle auto’s nog een carburateur hadden was het verschil tussen een warme en koude motor makkelijker te ervaren, de motor “wilde” niet echt onder de koude omstandigheden en dus werd de rechtervoet onder controle gehouden. Met de computergestuurde injectiemotoren wil de auto in principe vanaf stilstand ook al zijn topprestaties leveren. Wanneer hier echter altijd direct gebruik van gemaakt wordt kan dit in de toekomst tot dure reparaties leiden, wat te denken van een (te hoog) olievebruik, lekke koppakking enzovoort.

Vergelijk het met het trekken van een sprint wanneer de wekker net gaat en het lichaam nog in diepe rust ligt. Dat vinden alle spieren in het lichaam ook niet echt prettig en gegarandeerd dat dit een hogere kans op blessure of op zijn minst een beetje spierpijn oplevert.

Omgekeerd is een zogenaamde ‘cooling-down’ voor met name turbomotoren net zo belangrijk. Na een lange rit over de snelweg met een gangetje van 130 is het absoluut raadzaam om de motor bij stilstand nog even een halve minuut tot minuut door te laten draaien. Op deze manier kan de motor de warmte goed kwijt en kan de turbo tot rust komen. Zo is de kans op serieuze turboproblemen bij hogere kilometerstanden een stuk kleiner.

Deze tips kosten maar weinig moeite en kunnen veel dure reparaties als een hoog olieverbruik, kapotte turbo en een lekke koppakking besparen.

Vrij naar: autoweek